Dutch, 17.nov.25

De geest wordt aangetast door de smet van illusie. Illusie is als een woeste hond die niemand toelaat de Meester te benaderen. Je kunt erin slagen illusie te omzeilen door de rupam of vorm van de Meester aan te nemen, wat sarupyam wordt genoemd, of door zó luid om de Meester te roepen dat Hij naar beneden komt om je naar het huis te begeleiden, wat wil zeggen dat je de genade van Zijn nabijheid (samipya) verwerft. Illusie is Zijn huisdier dat jou dus geen kwaad zal doen als Hij beveelt dat niet te doen. De Heer komt om niet één goed mens, maar de hele mensheid van illusie te bevrijden. Natuurlijk moet Hij komen in een vorm die de mens kan liefhebben, vereren en waarderen. Hij kan alleen vreugde en moed geven, als Hij de taal van menselijke omgang spreekt. Veel mensen zijn bang om mij te benaderen, want zij weten dat ik op de hoogte ben van hun diepste gedachten en verlangens. Maar ik zeg jullie: alleen hulpeloze dieren kennen angst. De mens, die het kind van onsterfelijkheid is, zou geen angst moeten hebben. Mensen bidden voor stenen beelden van de slangengod, maar als in antwoord op hun gebeden de werkelijke slang verschijnt, rennen ze doodsbang het heiligdom uit! De Heer manifesteert zich slechts om genade te schenken, nooit om angst aan te jagen.
– Sri Sathya Sai, 1 januari 1964

© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland


Voor degene die denkt dat God ver weg is, is Hij werkelijk ver weg. Voor degene die denkt dat God dichtbij is, is Hij dichtbij. – Baba