
Men kan zich afvragen welk karma verantwoordelijk is voor de komst van avatars. Voor goddelijke incarnaties is karma echter niet de oorzaak. De slechte daden van kwaadaardige mensen en de goede daden en het verlangen van deugdzame mensen zijn verantwoordelijk voor de komst van avatars. Zo verscheen de Narasimha-avatar (de goddelijke incarnatie als half-mens, half-leeuw) vanwege de grote devotie van Prahlada en de slechte eigenschappen van zijn vader, Hiranyakashipu. De afdaling van het goddelijke gebeurt dus als antwoord op het sterke verlangen en de handelingen van mensen en is niet het gevolg van enig karma van goddelijkheid. Dit kan met een eenvoudig voorbeeld worden begrepen: de gewassen op het land zien uit naar de lucht, verlangend naar regen. Ze kunnen de wolken niet bereiken. De wolken komen naar beneden in de vorm van regen om de gewassen van water te voorzien. Een ander voorbeeld: een kind zit op de vloer en wil naar zijn moeder. Het kan niet omhoogkomen om haar te bereiken; de moeder moet zich bukken en het kind oppakken om het te liefkozen. Op dezelfde manier komt God in menselijke vorm om Zijn toegewijden ondersteuning te bieden, hen te beschermen en te koesteren. Dit wordt avatarana (de afdaling van God als een incarnatie) genoemd. God komt van Zijn verheven niveau naar beneden om Zijn toegewijden vreugde te schenken.
– Sri Sathya Sai, 15 september 1988
Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland
Wat is mijn richtlijn? Wat behaagt mij? Wat wens ik? Slechts één ding: liefde, liefde, liefde. Dat is Sai’s krachtigste wapen. – Baba
Você precisa fazer login para comentar.