Dutch, 22.aug.25

De natuur is niet slechts een belichaming van de vijf elementen, noch een belichaming van de vijf levensprincipes, vijf omhulsels, of vijf zintuigen. De natuur (prakriti, de geschapen wereld) is de belichaming van God. De mens doet er alles aan om deze prachtige natuur naar zijn hand te zetten en onder controle te houden. Plato beschreef en leerde dat de natuur waarheid, goedheid en schoonheid is. Maar waar kwamen deze schoonheid en gratie vandaan? God is schoonheid! Vandaar dat de natuur ook prachtig is. Het is dus Gods vorm die in de natuur wordt weerspiegeld. Door te pogen die natuur zonder Gods toestemming in bezit te nemen, ondervindt de mens mislukking en tegenspoed, wat leidt tot narigheden, belemmeringen en verdriet. Deze waarheid wordt in de Ramayana uiteengezet. Door Rama, die God is, te vergeten en de natuur te aanbidden, probeerde Ravana Sita, de personificatie van natuur, voor zich te winnen. Hoe kan men verwachten dat de natuur, die Gods eigendom is, veroverd kan worden? Het geeft blijk van onwetendheid om dat te denken. Hoe was Ravana’s situatie aan het einde? Hij was de oorzaak van de vernietiging van zijn familie, zijn broers, zonen en het koninkrijk zelf. Daarom moet men zich vóór de verwerving van de natuur verzekeren van Gods genade.
– Sri Sathya Sai, Summer Showers 1996, 28 mei.

© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland


Je moet de natuur zien als vervuld van God, gevormd door God; als God in al die vormen, geuren en geluiden. – Baba