Dutch, 03.jul.25

Zodra we ‘s ochtends wakker worden, moeten we onze mond schoonmaken. De binnen- en buitenkant van de tanden moeten goed gepoetst worden. Ook het oppervlak van de tong moet grondig gereinigd worden. De mond is immers de toegangspoort voor allerlei ziekten. Als we met elkaar praten, moeten we oppassen voor onaangename geuren. Gezondheid dient dus beschermd te worden door hygiëne. Bovendien moet elk werkzaam lichaamsdeel fit en robuust zijn. We moeten ons altijd bewust zijn van de waarheid dat God inherent is aan ieder deel en orgaan van het lichaam. Daarom verheerlijken de Veda’s God als Angirasa, het wezenlijke fluïdum in de ledematen. Elk lichaamsdeel heeft zijn eigen kenmerkende goedheid. De Mahabharata leert je hoe sterk de Indiërs waren die hun gezondheid op deze manier beschermden. Ten tijde van de grote oorlog was Bhishma 115 jaar oud en hij was opperbevelhebber. Krishna was toen 86 en Arjuna 84. De machtige krijgers uit die dagen leefden gezond en gelukkig. Door hun gezondheid te behouden, konden de mannen en vrouwen van die tijd een voorbeeld zijn van vele idealen voor het land. Zij aten en sliepen op vaste tijden, beperkten zich tot lichte kost en aten nooit iets tussendoor.
– Sri Sathya Sai, 27 mei 2002

© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland


Rijk zijn bestaat niet alleen uit geld; het houdt ook in een goede gezondheid, goede eigenschappen, zuiverheid en reinheid. – Baba