Dutch, 13.jun.25

De mens brengt zijn levensjaren door als een beest. Dieren worden misleid door de woestijnluchtspiegeling; ze haasten zich erheen om hun dorst te lessen; ze sterven van wanhoop en uitputting. Ook mensen worden misleid door de uiterlijke wereld; ze haasten zich erheen om de dorst van de zintuigen naar plezier en geluk te lessen. Ze sterven, teleurgesteld en uitgeput. De droom is werkelijkheid totdat men wakker wordt. De genoegens die men tijdens de waaktoestand ervaart, blijken onwerkelijk te zijn als men in het licht van zijn goddelijke essentie ontwaakt. De mens kan zijn glorie echter niet kennen vanwege de zes vijanden die zich in hem verschuilen – begeerte, woede, hebzucht, onterechte gehechtheid, trots en haat. Die verontreinigen zijn waarden met hun uitstraling. Er zijn ook acht soorten trots die zijn poging om zichzelf te kennen blokkeren – de trots van kaste, lichaamskracht, geleerdheid, jeugd, rijkdom, persoonlijke aantrekkelijkheid, heerschappij over anderen en spirituele verworvenheden. Niemand beseft dat deze allemaal zeer kortstondig zijn. Shankara heeft mensen gewaarschuwd geen vertrouwen te stellen in al deze bronnen van trots: ‘In een oogwenk word je er door de almachtige tijd van beroofd.’
– Sri Sathya Sai, 1 juni 1985
                                                                     
© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland


Tijd is de verslinder van materie. De Heer is de verslinder van de tijd zelf. Als er geloof in God is, overstijgt de mens de materie. – Baba