
Je gaat naar een tempel en breekt een kokosnoot voor het godsbeeld. Als je nu probeert de noot te breken nadat hij van de boom is gevallen, breekt hij dan? Nee, eerst moet het vezelige omhulsel verwijderd worden, zodat de schil wordt blootgelegd. De vezels beschermen de schil en voorkomen dat deze door de klap van de val wordt beschadigd. Bevrijding (moksha) vloeit voort uit het breken van de geest met al zijn grillen en wensen. Je moet je geest breken, maar hoe doe je dat als hij door het vezelige pantser van zintuiglijke verlangens wordt omhuld? Verwijder die verlangens, draag de geest op aan God en breek hem in Zijn aanwezigheid. Op dat moment ben je vrij. De taaiste vezel is woede, die blijft het meest plakken. Als je boos wordt, vergeet je je moeder, vader en leraar; je verlaagt je tot het diepste niveau. In de opwinding raak je elk onderscheidingsvermogen kwijt; zelfs Hanuman stak heel Lanka in brand toen hij verbolgen was over de demonen die zijn staartpunt in brand staken; hij verloor daarbij uit het oog dat Sita er in de tuin Ashokavana verbleef. Pas toen hij zich even had verkneukeld over zijn prestatie, dacht hij er weer aan en begon hij zich vanwege zijn boosheid te veroordelen.
– Sri Sathya Sai, 10 oktober 1964
© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland
Boosheid is de belangrijkste oorzaak van het verlies van lichamelijke en geestelijke kracht. Als je boos wordt, verlies je de energie die je gedurende drie maanden van het verorberde voedsel hebt verkregen. – Baba
Você precisa fazer login para comentar.