
Tijdens deze Kali Yuga (tijdperk van moreel verval) zijn er twee spirituele disciplines (sadhana’s) belangrijk, namelijk namam en danam. Namam betekent: de naam van de Heer; deze moet elke gedachte, woord en daad activeren en ze vol liefde maken. Hij kan de mens zeker naar het visioen van de drager van de Naam leiden. De Naam, het geluid is het materiële dat het niet-materiële kan onthullen, de jada of het inerte, en die de deur is naar de chaitanya oftewel het bewustzijn dat erin is vastgelegd. Dit is het doel van deze discipline: om zowel het veld (kshetra) als de Meester van het veld (Kshetrajna) te erkennen als de Heer. Danam, de tweede sadhana, betekent schenken, zorg hebben voor en delen. Het schenken van voedsel aan de hongerigen geeft meteen voldaanheid en verlicht de pijn van honger. ‘Voedsel is God’ (Annam Brahma) zegt de Upanishad. Geschenken moeten worden gegeven zonder het ego van de gever op te blazen of dat van de ontvanger te laten leeglopen. Ze moeten met begrip, nederigheid en liefde worden aangeboden.
– Sri Sathya Sai, 26 februari 1987
© Vertaling Sri Sathya Sai International Organisation – Nederland
Ik heb alleen jullie hart nodig voor Mijn verblijfplaats en geluk. Ik hou niet van andere tempels of altaren. Zuiver het hart door het herhalen van de Naam (namasmarana). Ik zal komen en daarin wonen. – BABA
Você precisa fazer login para comentar.