
De Heer verkondigde herhaaldelijk dat innerlijke zuiverheid, niet uiterlijke praal, beloond wordt met genade. Als iemand een staat van gelijkmoedigheid heeft bereikt, vestigt Krishna zich in zijn hart: dan wordt de goddelijke stem het geweten dat hem bij elke stap leidt. Door verbinding met God (yoga) moet standvastigheid worden verkregen; door herhaling van Gods naam (japa) moet men leren de zintuigen te beheersen; door geestelijke discipline (sadhana) moet de geest vol vrede worden. Deze effecten zijn echter niet merkbaar, hoewel de handelingen worden toegepast. Mensen zonderen zich af in hun gebedsruimte waar ze bidden en bloemen en vruchten offeren om later, als ze weer tevoorschijn komen, te schreeuwen en te vloeken, mensen af te schrikken en met iedereen ruzie te maken. De mens moet altijd onder alle omstandigheden een yogi zijn (satatam yoginah), zegt de Gita. Dit betekent dat hij altijd gelukzalig zal zijn. Vertrouwen op God kan je verzekeren van gelijkmoedigheid en evenwicht. Kennis moet zich ontwikkelen tot bekwaamheid, die moet worden geleid en geordend door een gevoel van evenwicht. Anders ontaardt bekwaamheid (‘skill’) in ‘moorden’ (‘kill’).
– Sathya Sai Baba, 7 september 1985
© Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland
Goede eigenschappen mogen niet tot een bepaalde tijd en plaats worden beperkt. Ze moeten voortdurend tijdens je hele leven in acht worden genomen. – Baba
Você precisa fazer login para comentar.