Dutch, 25.feb.25

De rivier is een deel van de zee en vindt vervulling als hij terugkeert naar de zee en opgaat in zijn bron. Vissen zijn van het water. Ze leven in water en sterven als ze niet meer in water zijn. De baby is een deel van de moeder en kan niet los van de moeder overleven. De tak is een deel van de boom. Hak je hem af, dan droogt hij uit en sterft. De mens is een deel (amsha) van God. Hij kan niet overleven zonder God. Hij leeft vanwege de drang om God, zijn bron, te leren kennen. In de Bhagavad Gita verklaart de Heer (15-7): ‘Alle levende wezens zijn deel van mij. Ik ben in hen als het eeuwige Atma.’ De mens leeft voor een hoog doel, niet om zich als een dier aan elke eis van instinct en impuls te onderwerpen. Hij moet zich installeren als de meester, niet kruipen als een slaaf. Hij heeft het recht om te verklaren: ‘Shivoham’ (Ik ben Shiva), ‘Ik ben Achyuta’ (onuitputtelijke volheid), ‘Ik ben Ananda’ (gelukzaligheid). Zodra de mens zich van zijn werkelijkheid bewust wordt, zullen de ketenen die hem binden, zowel van ijzer als van goud, afvallen en bereikt hij moksha (bevrijding).
– Sathya Sai Baba, 26 februari 1987
                                                                                                                                      
© Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland


Goedheid, medeleven, verdraagzaamheid – langs deze drie wegen kun je God in jezelf en anderen zien. – Baba