
Het universum zit vol met vele krachten. De hele schepping is doordrongen van een alwetende, almachtige en alomtegenwoordige kracht. Deze goddelijke kracht is in elk atoom aanwezig, zoals suiker in stroop. De Upanishaden noemen deze kracht raso vai sah ofwel allesdoordringende zoetheid. God is een belichaming van zoetheid. Hoewel deze zoetheid overal is, is het niet mogelijk de alomtegenwoordigheid te herkennen. Het is echter wel voor iedereen mogelijk om het bestaan van God gewaar te worden. Zoetheid in suikerriet, bitterheid in neembladeren, het branden in chilipepers, zuurheid in citroen en vuur in hout – dit zijn allemaal directe bewijzen van Gods bestaan. Een plant ontkiemt uit een zaadje. Een vogel komt uit een ei. Het pasgeboren kind wordt op een dag moeder. Dit zijn allemaal majestueuze bergtoppen, bruisende rivieren, de diepe oceaan, weelderige bossen en kleurrijke tuinen. Wat ligt aan deze verschijnselen ten grondslag? Alleen het bestaan van God. Het is niet iedereen gegeven om de alomtegenwoordigheid van God te begrijpen, maar iedereen heeft wel het vermogen om Zijn aanwezigheid vast te stellen.
– Sathya Sai Baba, Summer Showers, 30 mei 1995
© Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland
Alleen als je de belichaming van liefde wordt, kan je liefde alles omvatten. Alleen dan zul je beseffen dat dezelfde God in alle wezens woont. – Baba
Você precisa fazer login para comentar.