Dutch, 23.sep.24

De mens wordt in deze wereld geboren maar realiseert zich niet het doel van zijn geboorte. Hij vergeet dit doel en beschouwt zich als meester van de natuur (natuur in de zin van uiterlijk waarneembare wereld, schepping, prakriti) en in zijn krankzinnige verwaandheid vergeet hij zijn eigen goddelijkheid. Hij is niet in staat te erkennen dat de natuur geeft of neemt, zegent of straft, dat de invloed van de natuur veelomvattend is. De natuur heeft de leiding over ieder aspect van het leven. Diep betrokken in aardse aangelegenheden is de mens geneigd zijn goddelijkheid en wat hij aan de natuur verplicht is te vergeten. Alle dingen in de schepping zijn in de ogen van God gelijk. God is in al die dingen evenzeer aanwezig. Vandaar dat God en de schepping niet als verschillende entiteiten beschouwd moeten worden. Ze zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden als het object en zijn spiegelbeeld. De mens, die alleen naar de uiterlijke wereld kijkt, beschouwt deze echter als louter fysiek, bedoeld om de voorzieningen te leveren die hij wenst.
De natuur is de beste leraar voor de mens. Ieder object, ieder individu biedt de mens ieder ogenblik allerlei soorten lessen aan. Deze waarheid werd vanaf de vroegste tijden door de Indiërs erkend. Dit is de meest kenmerkende eigenschap van de heilige cultuur van India (Bharat).
– Sathya Sai Baba, 3 september 1988

© Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland


De rol van de natuur is de mens, de bekroning van het evolutieproces, te helpen zich bewust te worden van de immanente goddelijkheid in de schepping. – Baba