Dutch, 06.jul.24

Als mensen tot God bidden, moeten ze niet om gunsten vragen. Je zou niet eens om genezing van een ziekte moeten bidden, want de wereld is vol ziekten. Je moet het gevoel hebben dat wat veel anderen mankeert, ook jou mankeert. De wereld is vol weelde, huizen en vele andere dingen, maar je moet bij God zoeken wat niet gewoon in de wereld beschikbaar is. Je hebt geen gemoedsrust. Je moet bidden om gemoedsrust. Alleen het goddelijke kent vrede. God is beschreven als de belichaming van vrede in het gebed dat aan God is gericht en begint met het woord ‘shantakaram’. Niemand behalve God kan je echte vrede geven. Het tweede waar je om moet bidden is sukham (geluk). Echt geluk kun je niet van anderen verkrijgen. Zij kunnen je tijdelijk werelds plezier schenken, maar alleen God heeft blijvend geluk en blijvende gelukzaligheid. Je moet om die gelukzaligheid bidden. Alleen God kan dit geven. Hij is de Heer van Gelukzaligheid. Je moet tot God om blijvende vrede en gelukzaligheid bidden, en niet om welke aardse schenking dan ook.
– Sri Sathya Sai, 25 augustus 1997
        
© Vertaling Sathya Sai International Organisation – Nederland


Wat voor moeilijkheden er ook kunnen zijn, hoe groot de inspanning ook is, volhard en win door de naam in gedachten te houden (namasmarana). – BABA